Het Haags adoptieverdrag werkt beginselen uit van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) van 20 november 1989. Het fungeert als instrument voor juridische en administratieve samenwerking op het terrein van de interlandelijke adoptie. Daarmee werkt het Haags adoptieverdrag niet zozeer als een ipr-instrument, nu in het Haags adoptieverdrag geen regels betreffende de internationale bevoegdheid en het toepasselijke recht (conflictenrecht) op de interlandelijke adoptie zijn opgenomen, maar meer als een rechtshulpverdrag. Dit gezien het toekennen aan iedere verdragsstaat van een aantal taken waarvoor het de primaire verantwoordelijkheid draagt, en door van de beide staten te verlangen dat zij tezamen verantwoordelijkheid dragen voor iedere verdragsadoptie. Het Haags adoptieverdrag voorziet echter wél in de erkenning in alle verdragsstaten van een overeenkomstig in een andere verdragsstaat tot stand gekomen adoptie.
Het Haags adoptieverdrag en doelstellingen
Het Haags adoptieverdrag beoogt waarborgen vast te leggen die dienen te verzekeren dat het belang van het kind de hoogste prioriteit krijgt bij de interlandelijke adoptie. Door de verdragsopstellers is vooropgesteld dat het in het belang van het kind is ‘dat het opgroeit in een gezinsverband’.
Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?
Iedere staat moet eerst proberen passende maatregelen te treffen, opdat het kind in zijn oorspronkelijke familie kan blijven. Voorts wordt bijzondere nadruk gelegd op het subsidiariteitsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat alleen wanneer voor het kind geen geschikt gezin kan worden gevonden in zijn land van herkomst, interlandelijke adoptie het voordeel van een vast gezinsverband kan bieden.
Het Haags adoptieverdrag is van toepassing ingeval van een interlandelijke adoptie van een kind, dat zijn gewone verblijfplaats heeft in een verdragsstaat (staat van herkomst) door echtgenoten of een persoon met een gewone verblijfplaats in een andere verdragsstaat (staat van opvang). De gewone verblijfplaats van de (aspirant-)adoptiefouders resp. van het kind moet dus in verschillende verdragsstaten zijn gelegen. Het Haags adoptieverdrag is van toepassing zowel wanneer de adoptie plaatsvindt of moet plaatsvinden in de staat van herkomst als wanneer dit het geval is in de staat van opvang, en ongeacht of het kind voor of na de adoptie aan de (aspirant-)adoptiefouders wordt toevertrouwd. Het verdrag moet in de verdragsstaten in geval van een interlandelijke adoptie worden toegepast.
Het Haags adoptieverdrag en de centrale autoriteit
De contacten tussen de verdragsstaten van het Haags adoptieverdrag verlopen via zogenaamde centrale autoriteiten. Voor Nederland is als centrale autoriteit aangewezen de Centrale Autoriteit internationale kinderaangelegenheden, een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het Haags adoptieverdrag en de erkenning
Het Haags adoptieverdrag kent in artikel 23 een ruim erkenningsregime, waarbij uitgangpunt is de erkenning van rechtswege. Het Haags adoptieverdrag stelt geen nadere specifieke eisen (bijvoorbeeld van procedurele aard) aan de erkenning in de staat van opvang van een verdragsadoptie uitgesproken in de staat van herkomst. Dit is te begrijpen vanuit het systeem van het Haags adoptieverdrag, waarin beide staten betrokken zijn (geweest) bij de adoptie. Ook in de andere verdragsstaten van het Haags adoptieverdrag wordt de adoptie van rechtswege erkend. Indien de bevoegde autoriteit van het land waar de adoptie is uitgesproken, een schriftelijke verklaring (conformiteitsverklaring) afgeeft waarin wordt geconstateerd dat de adoptie in overeenstemming met het Haags adoptieverdrag tot stand is gebracht, wordt de adoptie in de verdragsstaten van rechtswege erkend.
Nu Nederland partij is bij het Haags adoptieverdrag, is Nederland verplicht tot het erkennen van conform de verdragsprocedure tot stand gekomen adopties, waarbij Nederland en een andere verdragsstaat betrokken zijn. Dit geldt ook ten aanzien van zodanige adopties waarbij twee andere verdragsstaten betrokken zijn. In het kader van de erkenning is een belangrijke rol weggelegd voor de schriftelijke verklaring waarin de staat waar de adoptie is uitgesproken verklaart dat de adoptie heeft plaatsgevonden met inachtneming van de verdragsregels.
Vraag deskundig en onafhankelijk juridisch advies aan het IJI
Het IJI in Den Haag voorziet de Nederlandse rechtspraktijk sinds 1918 van deskundig en onafhankelijk juridisch advies op het gebied van internationaal privaatrecht en buitenlands recht, waaronder zaken over het Haags adoptieverdrag. Adviesaanvragen kunt u indienen via het aanvraagformulier of via e-mail naar info@iji.nl. U ontvangt uiterlijk binnen twee weken een ruim onderbouwd en praktisch rapport. Wilt u liever eerst even met ons sparren? Dat kan via de chatbox.
Wat onze cliënten over ons zeggen
Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.
Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.
Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten
Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.
Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten
Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.
Notaris Bernard Kapma, BK Notarissen
In mijn praktijk komen steeds meer zaken voor met een internationaal aspect. Gelukkig zorgen de Europese Verordeningen voor erfrecht en huwelijksvermogensrecht voor meer duidelijkheid, maar toch zijn er nog veel zaken waar je niet zeker weet hoe het zit, welk recht van toepassing is of dat je een oplossing die in Nederland heel praktisch lijkt, wel goed uitgevoerd kan worden of de beoogde gevolgen heeft in een ander land.
Ik vraag dan vaak advies bij het IJI en wat me opvalt is dat het vaak toch net anders zit dan je zelf vooraf had gedacht. Een schriftelijk advies van een expert in je dossier geeft ook rust en zekerheid. Je kunt dan altijd laten zien dat je niet zomaar zelf wat hebt bedacht, maar als een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar te werk bent gegaan.