In de EU zijn de afgelopen jaren verschillende eengemaakte procedures ontwikkeld ten aanzien van de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen. Constitutioneel gezien behoren deze procedures binnen het kader van de creatie van een Europese rechtsruimte van veiligheid, vrijheid en recht en toegang tot de rechter (verg. art. 67 VWEU jo art. 81 VWEU e.v.). Concreet heeft dit geleid tot vier verordeningen:
- De Europese Executoriale Titel (Verordening 805/2004)
- Het Betalingsbevel (Verordening 1896/2006)
- De Geringe vordering (Verordening 861/2007, zoals gewijzigd bij Verordening 2015/2421)
- Het Europees Bankbeslag (Verordening 655/2014)

Wat onze cliënten over ons zeggen
Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.
Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.
Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten
Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.
Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten
Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.
De verordeningen hebben een aantal aspecten met elkaar gemeen. Zo streven zij naar eenvoudiger, goedkoper, sneller en efficiëntere procedures in de Europese rechtsruimte. Daarnaast beslaat het toepassingsgebied van de verordeningen burgerlijke- en handelszaken, ongeacht de aard van het gerecht. Vervolgens zien de verordeningen enkel op grensoverschrijdende rechtsverhoudingen (verg. art. 81 VWEU). Tot slot worden de verordeningen gekenmerkt door hun optionele karakter; een eventueel beroep op de verordeningen wordt aan de keuze van partijen overgelaten.
Ten aanzien van de inhoud van de procedure gelden als gemeenschappelijke kenmerken:
- het gebruik van standaardformulieren in een schriftelijke zitting (met de mogelijkheid tot het houden van een mondelinge zitting indien noodzakelijk);
- het niet verplichte karakter van juridische vertegenwoordiging;
- de afschaffing van het exequatur;
- de afhankelijkheid van de nationale procedureregels en dus het in se onzelfstandige karakter van de procedures;
- het ontbreken van een omvattende regeling omtrent de uiteindelijke tenuitvoerleggingsfase; behoudens een aantal richtlijnen wordt de tenuitvoerleggingsfase volledig overgelaten aan het recht van het land van tenuitvoerlegging;
- de verordeningsautonome interpretatie van de in de verordening vervatte procedureregels.