Wanneer is de Insolventieverordening van toepassing?
- De Insolventieverordening en het temporele toepassingsgebied
De Insolventieverordening is van toepassing op insolventieprocedures die na 26 juni 2017 zijn geopend. Op de rechtshandelingen die de schuldenaar vóór de toepassingsdatum van deze verordening is aangegaan, blijft het recht van toepassing dat gold op het tijdstip dat zij werden aangegaan.
- De Insolventieverordening en het formele toepassingsgebied
De Insolventieverordening strekt zich uit tot situaties waarin het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar in een EU-lidstaat is gelegen (art. 3 Insolventieverordening).
Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?
Bij de vaststelling van het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar geldt een aantal regels. Zo wordt het centrum van de voornaamste belangen in het algemeen gelijkgesteld aan de plaats waar de schuldenaar gewoonlijk het beheer over zijn belangen voert en die als zodanig voor derden herkenbaar is.
Daarnaast geldt een bijzondere regel voor vennootschappen en rechtspersonen: zolang het tegendeel niet is bewezen, wordt het centrum van de voornaamste belangen vermoed de plaats van de statutaire zetel te zijn. Dit vermoeden geldt alleen indien de statutaire zetel in de drie maanden voorafgaand aan het aanvragen van de insolventieprocedure niet naar een andere lidstaat is overgebracht.
Voor natuurlijke personen geldt een ander regime. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten natuurlijke personen:
- Voor een natuurlijke persoon die als zelfstandige een bedrijfs- of beroepsactiviteit uitoefent wordt, zolang het tegendeel niet is bewezen, het centrum van de voornaamste belangen vermoed de plaats van diens hoofdvestiging te zijn. Dit vermoeden geldt alleen indien de hoofdvestiging van de natuurlijke persoon in de drie maanden voorafgaand aan het aanvragen van de insolventieprocedure niet naar een andere lidstaat is overgebracht.
- Voor elke andere natuurlijke persoon wordt, zolang het tegendeel niet is bewezen, het centrum van de voornaamste belangen vermoed diens gebruikelijke verblijfplaats te zijn. Dit vermoeden geldt alleen indien de gebruikelijke verblijfplaats in de zes maanden voorafgaand aan het aanvragen van de insolventieprocedure niet naar een andere lidstaat is overgebracht.
- De Insolventieverordening en het materiële toepassingsgebied
De Insolventieverordening is van toepassing op openbare collectieve procedures, met inbegrip van voorlopige procedures, die zijn gebaseerd op het recht inzake insolventie en waarin, ten behoeve van herstel, schuldaanpassing, reorganisatie of liquidatie:
- een schuldenaar het beheer en de beschikking over zijn goederen geheel of gedeeltelijk verliest en een insolventiefunctionaris wordt aangewezen,
- de goederen en de onderneming van een schuldenaar onder controle of toezicht van een rechter staan, of
- een tijdelijke schorsing van een afzonderlijke executieprocedure door een rechter wordt verleend of van rechtswege gebeurt, ten behoeve van onderhandelingen tussen de schuldenaar en diens schuldeisers, voor zover de procedure waarin de schorsing wordt verleend in passende maatregelen ter bescherming van de gezamenlijke schuldeisers voorziet en, indien er geen overeenstemming wordt bereikt, voorafgaat aan de onder a) of b) bedoelde procedure.
Er wordt geen definitie gegeven van ‘insolventieprocedure’. In plaats daarvan is in bijlage A van de Insolventieverordening per land opgesomd welke procedures onder dit begrip vallen. Voor Nederland zijn dit 1) Het faillissement; 2) De surséance van betaling; 3) De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
- De Insolventieverordening en het geografische toepassingsgebied
De Insolventieverordening is van toepassing in elke EU-lidstaat, behalve Denemarken. Het VK is als niet-lidstaat niet gebonden aan de Insolventieverordening. In de zogenaamde ‘EU exit regulations’ van het VK wordt de Insolventieverordening slechts gedeeltelijk overgenomen.
De Insolventieverordening en internationale bevoegdheid
De Insolventieverordening geeft voor wat betreft de internationale bevoegdheid de hoofdregel in artikel 3. Deze regel brengt mee dat de rechter internationaal bevoegd is van de lidstaat waar het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar is gelegen.
Belangrijk: wanneer het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar op het grondgebied van een lidstaat gelegen is, zijn de rechters van een andere lidstaat slechts bevoegd tot opening van een insolventieprocedure ten aanzien van deze schuldenaar indien hij op het grondgebied van laatstgenoemde lidstaat een vestiging bezit. De gevolgen van deze procedure gelden alleen ten aanzien van de goederen van de schuldenaar die zich op het grondgebied van die lidstaat bevinden.
Voordat de geadieerde rechter een insolventieprocedure opent, moet de rechter ambtshalve onderzoeken of het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar dan wel de vestiging van de schuldenaar zich daadwerkelijk binnen zijn of haar rechtsgebied bevindt.
De bevoegdheid van de rechter strekt zich uit tot alle vorderingen die rechtstreeks uit de insolventieprocedure voortvloeien en er nauw verband mee houden, zoals vorderingen tot nietigverklaring.
Insolventieverordening en het toepasselijke recht
De Insolventieverordening geeft voor wat betreft het toepasselijke recht de hoofdregel in artikel 7. Deze regel houdt in dat het recht van toepassing is in de lidstaat waar de insolventieprocedure wordt geopend (lex fori concursus), tenzij anders in de Insolventieverordening is bepaald.
Het toepasselijke recht omvat een heel aantal aspecten, waaronder:
- welke schuldenaars op grond van hun hoedanigheid aan een insolventieprocedure kunnen worden onderworpen;
- welk deel van de goederen van de schuldenaar tot de insolvente boedel behoort en of de na de opening van de insolventieprocedure verkregen goederen tot deze boedel behoren;
- welke de respectieve bevoegdheden van de schuldenaar en de insolventiefunctionaris zijn;
- onder welke voorwaarden een verrekening kan worden tegengeworpen;
- de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is;
- de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen, met uitzondering van lopende rechtsvorderingen;
- welke vorderingen te verhalen zijn op de insolvente boedel van de schuldenaar en wat de gevolgen zijn ten aanzien van vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure;
- de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen;
- de regels betreffende de verdeling van de opbrengst van de te gelde gemaakte goederen, de rangindeling van de vorderingen, en de rechten van schuldeisers die krachtens een zakelijk recht of ingevolge verrekening gedeeltelijk zijn voldaan;
- de voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure, met name door een akkoord;
- de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is;
- voor wiens rekening de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure zijn;
- de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandelingen.
De Insolventieverordening en het recht inzake erkenning
De Insolventieverordening bepaalt ten aanzien van de erkenning in artikel 19 dat elke beslissing tot opening van een insolventieprocedure van een conform artikel 3 Insolventieverordening bevoegde rechter van een lidstaat, wordt erkend in de andere lidstaten zodra de beslissing rechtsgevolgen heeft in de lidstaat waar de procedure geopend is.
Neem vrijblijvend contact met ons op voor juridisch advies
Het IJI in Den Haag geeft sinds 1918 deskundig en onafhankelijk juridisch advies over internationaal privaatrecht en buitenlands recht aan onder andere de rechtelijke macht, advocatuur, notarissen, mediators en bedrijfsjuristen. Kunt u advies van ons gebruiken gerelateerd aan de Insolventievordering? Dien vrijblijvend uw adviesaanvraag in via het online formulier of stuur een e-mail (info@iji.nl). Binnen uiterlijk twee weken ontvangt u van ons een goed onderbouwd rapport op maat, waarin uw vragen to the point worden beantwoord. Als u eenvoudige vragen heeft, bent u welkom om telefonisch contact met ons op te nemen via 070 22 108 60 of via de chatbox.
Wat onze cliënten over ons zeggen
Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.
Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.
Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten
Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.
Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten
Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.
Notaris Bernard Kapma, BK Notarissen
In mijn praktijk komen steeds meer zaken voor met een internationaal aspect. Gelukkig zorgen de Europese Verordeningen voor erfrecht en huwelijksvermogensrecht voor meer duidelijkheid, maar toch zijn er nog veel zaken waar je niet zeker weet hoe het zit, welk recht van toepassing is of dat je een oplossing die in Nederland heel praktisch lijkt, wel goed uitgevoerd kan worden of de beoogde gevolgen heeft in een ander land.
Ik vraag dan vaak advies bij het IJI en wat me opvalt is dat het vaak toch net anders zit dan je zelf vooraf had gedacht. Een schriftelijk advies van een expert in je dossier geeft ook rust en zekerheid. Je kunt dan altijd laten zien dat je niet zomaar zelf wat hebt bedacht, maar als een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar te werk bent gegaan.