Deelonderwerpen van afstamming zijn geregeld in de CIEC-overeenkomst van 12 september 1962 betreffende de vaststelling van de familierechtelijke betrekkingen tussen het onwettige kind en zijn moeder en de CIEC-Overeenkomst van 10 september 1970 inzake wettiging door huwelijk. Er zijn geen voor Nederland bindende EU-verordeningen over de vraag naar de internationale bevoegdheid, het toepasselijk recht en de erkenning en tenuitvoerlegging in internationale afstammingszaken.
De erkenning van een kind door een buitenlandse vader en de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter
Ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader en de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, biedt artikel 3 Rv de hoofdregel. Met uitzondering van zaken als bedoeld in artikelen 4 en 5 Rv, heeft de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid indien de verzoeker of de in het verzoekschrift genoemde belanghebbende in Nederland woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.
Daarnaast heeft de Nederlandse internationale bevoegdheid ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader, indien Nederland aangemerkt kan worden als zogenaamd ‘forum conveniens’: de zaak is voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden. Tot slot heeft de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid indien Nederland aangemerkt kan worden als zogenaamd ‘forum necessitatis’: een gerechtelijke procedure buiten Nederland blijkt onmogelijk.
Let op dat het ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader niet mogelijk is om een forumkeuze te maken, omdat afstammingsrechtelijke geschillen niet ter vrije bepaling van partijen staan.
Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?
De erkenning van een kind door een buitenlandse vader en het toepasselijk recht
Ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader en het toepasselijk recht geldt artikel 10:95 BW. Dit artikel is gebaseerd op het begunstigingsbeginsel. Dit houdt in dat op een getrapte wijze meerdere mogelijkheden worden geboden om de erkenning te laten slagen. Dit ziet er als volgt uit:
- Allereerst wordt aangeknoopt bij de nationaliteit van de persoon die wil overgaan tot erkenning. Voorbeeld: indien de buitenlandse vader de Portugese nationaliteit heeft dan wordt de vraag of de buitenlandse vader bevoegd is het kind te erkennen en onder welke voorwaarden dit kan, beheerst door Portugees recht.
- Indien de persoon die wil overgaan tot erkenning meerdere nationaliteiten heeft, dan is het nationale recht bepalend volgens hetwelk de erkenning mogelijk is. Erkenning van het kind door een buitenlandse vader kan in dat geval dan ook geschieden wanneer de buitenlandse vader volgens een van de rechtsstelsels van de staten waarvan hij de nationaliteit heeft, bevoegd is tot erkenning en aan de voorwaarden waaronder erkenning plaatsvindt, voldoet.
- Is volgens het nationale recht van de buitenlandse vader erkenning van het kind niet (meer) mogelijk, dan is bepalend het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind. Als een buitenlandse vader een kind dat zijn of haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft, wil erkennen, en het recht van de staat van de nationaliteit van de buitenlandse vader laat erkenning niet (meer) toe, dan wordt de vraag naar de bevoegdheid tot erkenning van de buitenlandse vader tot erkenning van het kind en de voorwaarden waaronder erkenning van het kind kan plaatsvinden, beheerst door het Nederlandse recht.
- Als erkenning niet meer mogelijk is volgens het recht van de gewone verblijfplaats van het kind, dan wordt vervolgens aangeknoopt bij het recht van de staat van de nationaliteit van het kind.
- Heeft het kind meerdere nationaliteiten, dan geldt ook hier dat bepalend is het nationale recht volgens hetwelk de erkenning mogelijk is.
- Is ook volgens dat recht erkenning niet (meer) mogelijk, dan wordt in de laatste plaats aangeknoopt bij het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van degene die over wil gaan tot erkenning. Heeft de buitenlandse vader die het kind wil erkennen in een dergelijk geval zijn gewone verblijfplaats in Nederland, dan bepaalt Nederlands recht de bevoegdheid tot erkenning en de voorwaarden waaronder dat kan plaatsvinden.
De toestemming van de moeder of het kind ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader en het toepasselijk recht
Artikel 10:95 BW kent een aparte verwijzingsregel voor de toestemming van de moeder of de toestemming van het kind voor de erkenning van een kind door een buitenlandse vader. Ongeacht het recht dat van toepassing is op de erkenning van een kind door een buitenlandse vader, is op de toestemming van de moeder of dat van het kind ten aanzien van die erkenning van toepassing:
- het recht van de staat van de nationaliteit van de moeder; of
- ingeval van toestemming door het kind, het recht van de staat van de nationaliteit van het kind;
- bezitten de moeder of het kind meerdere nationaliteiten, dan is het recht van de staat van toepassing dat toestemming vereist. Maar let op: hebben de moeder of het kind de Nederlandse nationaliteit? Dan is Nederlands recht van toepassing, ongeacht of de moeder of het kind nog andere nationaliteiten hebben;
- kent het toepasselijke recht de erkenning niet? Dan is het recht van de gewone verblijfplaats van de moeder, respectievelijk dat van het kind van toepassing.
Het recht dat van toepassing is op de toestemming bepaalt ook of een rechterlijke beslissing de toestemming kan vervangen bij afwezigheid van deze toestemming.
Ten aanzien van de vraag of en op welke wijze erkenning kan worden tenietgedaan wat betreft de bevoegdheid van de persoon die het kind heeft erkend en de voorwaarden voor erkenning, wordt aangesloten bij het op grond van het recht dat van toepassing is op de erkenning van een kind door een buitenlandse vader. Wat betreft de toestemming van de moeder of die van het kind, wordt aangesloten bij het recht dat van toepassing is op de toestemming van de moeder of kind ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader.
Ten aanzien van de vraag of en op welke wijze erkenning kan worden tenietgedaan wat betreft de bevoegdheid van de persoon die het kind heeft erkend en de voorwaarden voor erkenning, wordt aangesloten bij het op grond van het recht dat van toepassing is op de erkenning van een kind door een buitenlandse vader. Wat betreft de toestemming van de moeder of die van het kind, wordt aangesloten bij het recht dat van toepassing is op de toestemming van de moeder of kind ten aanzien van de erkenning van een kind door een buitenlandse vader.
De erkenning van een kind door een buitenlandse vader en de erkenning van een buitenlandse rechterlijke beslissing in Nederland
Indien de erkenning van een kind door een buitenlandse vader in een buitenlandse rechterlijke beslissing is vastgesteld of gewijzigd, dan kan de vraag zich opdringen of een dergelijke beslissing in Nederland kan worden erkend en zo ja, onder welke voorwaarden. Hierop biedt artikel 10:100 BW het antwoord.
Dit artikel bepaalt dat in het buitenland tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissingen waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd van rechtswege in Nederland worden erkend, tenzij:
- er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van diens land;
- aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan; of
- de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
Belangrijk is dat de erkenning niet kan worden geweigerd op grond van de openbare orde, op de enkele grond dat daarop een ander recht is toegepast dan uit deze titel zou zijn gevolgd. Aan de andere kant is de erkenning bij voorbaat niet vatbaar voor erkenning indien zij onverenigbaar is met een onherroepelijk geworden beslissing van de Nederlandse rechter inzake de vaststelling of wijziging van dezelfde familierechtelijke betrekkingen.
De erkenning van een kind door een buitenlandse vader en de erkenning van rechtsfeiten of rechtshandelingen die zien op familierechtelijke betrekkingen welke zijn neergelegd in een akte
Artikel 10:101 BW ziet op rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte. In dit artikel wordt voor een stuk terugverwezen naar het regime onder artikel 10:100 BW.
Schakel ons in voor deskundig en onafhankelijk juridisch advies
Het IJI in Den Haag is gespecialiseerd in het bieden van deskundig en onafhankelijk advies over zaken wat betreft internationaal privaatrecht en buitenlands recht. Via ons slimme kennissysteem en brede internationale netwerk hebben wij op dit gebied al meer dan 240.000 adviezen uitgebracht. Wilt u onze expertise inzetten bij uw juridische hulpvraag inzake de erkenning van een kind door een buitenlandse vader? Dien dan vrijblijvend een online adviesaanvraag bij ons in of stuur een e-mail naar info@iji.nl. Uiterlijk binnen twee weken ontvangt u van ons een praktisch rapport op maat. Als u eenvoudige vragen heeft, neemt u telefonisch contact met ons op of via de chatbox, zodat wij u direct van dienst kunnen zijn.
Wat onze cliënten over ons zeggen
Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.
Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.
Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten
Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.
Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten
Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.
Notaris Bernard Kapma, BK Notarissen
In mijn praktijk komen steeds meer zaken voor met een internationaal aspect. Gelukkig zorgen de Europese Verordeningen voor erfrecht en huwelijksvermogensrecht voor meer duidelijkheid, maar toch zijn er nog veel zaken waar je niet zeker weet hoe het zit, welk recht van toepassing is of dat je een oplossing die in Nederland heel praktisch lijkt, wel goed uitgevoerd kan worden of de beoogde gevolgen heeft in een ander land.
Ik vraag dan vaak advies bij het IJI en wat me opvalt is dat het vaak toch net anders zit dan je zelf vooraf had gedacht. Een schriftelijk advies van een expert in je dossier geeft ook rust en zekerheid. Je kunt dan altijd laten zien dat je niet zomaar zelf wat hebt bedacht, maar als een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar te werk bent gegaan.