Het toepassingsgebied van het Weens Koopverdrag
Het toepassingsgebied van het Weens Koopverdrag ligt o.a. vervat in artikel 1 Weens Koopverdrag. Dit artikel luidt als volgt:
- Dit Verdrag is van toepassing op koopovereenkomsten betreffende roerende zaken tussen partijen die in verschillende staten gevestigd zijn:
- wanneer die Staten Verdragsluitende Staten zijn; of
- wanneer volgens de regels van internationaal privaatrecht het recht van een Verdragsluitende Staat van toepassing is.
- Het feit dat partijen hun vestigingen in verschillende Staten hebben, dient buiten beschouwing te worden gelaten wanneer zulks niet blijkt uit de overeenkomst, of uit transacties tussen dan wel uit informatie verstrekt door de partijen te eniger tijd vóór of bij het sluiten van de overeenkomst.
- Voor de toepassing van het Verdrag is zonder belang welke nationaliteit de partijen hebben, of zij kooplieden zijn en of de overeenkomst burgerrechtelijk dan wel handelsrechtelijk van aard is.
Het Weens Koopverdrag is dus van toepassing als sprake is van een koopovereenkomst van roerende zaken tussen professionele partijen die zijn gevestigd in verschillende landen die partij zijn bij het Weens Koopverdrag. Partijen uit niet-verdragsluitende staten kunnen eveneens gebruikmaken van het regime van het Weens Koopverdrag door een rechtskeuze uit te brengen voor het Weens Koopverdrag. Wanneer een van beide landen geen partij is bij het Weens Koopverdrag, dan betekent dit dat het Weens Koopverdrag slechts van toepassing zou kunnen zijn wanneer krachtens het internationaal privaatrecht van één van de verdragspartijen het recht van één van de verdragspartijen aanwijst. Het Nederlands internationaal privaatrecht is op dit punt neergelegd in de Rome I verordening.
Het Weens Koopverdrag is voor Nederland in werking getreden op 1 januari 1992. Het verdrag is één van de meest succesvolle internationale verdragen, gelet op het grote aantal verdragspartijen (zie voor de verdragspartijen)
De inhoud van het Weens Koopverdrag
Het Weens Koopverdrag bevat eenvormig kooprecht en bepaalt dus de materiële regels van overeenkomstenrecht. Het Weens Koopverdrag bestaat uit vier delen. Deel I bevat de algemene bepalingen. Deel IV bevat de slotbepalingen. De belangrijkste regels zijn neergelegd in de delen II (totstandkoming van de koopovereenkomst) en III (de kernbepalingen). Hierbij kan worden gedacht aan (materiële) bepalingen aangaande de verplichtingen van de verkoper (aflevering van de zaken, het beantwoorden van de zaken aan de overeenkomst) en de gevolgen van niet-nakoming van deze verplichtingen, de verplichtingen van de koper (betalen van de koopprijs, de inontvangstneming van de zaken) en de gevolgen van de niet-nakoming van deze verplichtingen. De regels van het Weens Koopverdrag zijn als zodanig dus geen regels van internationaal privaatrecht, maar kunnen worden aangemerkt als eenvormig recht.
Wilt u een vrijblijvende kostenopgave ontvangen?
De verhouding tussen het Weens Koopverdrag en het internationaal privaatrecht
De bepalingen van het Weens Koopverdrag derogeren aan de Rome I verordening (en daarvóór aan het EVO Verdrag), waartoe ruimte wordt geboden door artikel 25 Rome I verordening. Dit betekent dat het Weens Koopverdrag voorrang heeft op de internationaal privaatrechtelijke bepalingen inzake het overeenkomstenrecht en dat het Weens Koopverdrag automatisch van toepassing kan zijn indien de casus onder het toepassingsgebied valt (zie hierboven voor een korte bespreking van dit toepassingsgebied).
Voorbeeld van automatische toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag
In de overeenkomst voor de levering van vaccins tegen corona tussen de Europese Commissie, gevestigd in België, en AstraZeneca, gevestigd in Zweden, werd een rechtskeuze gemaakt voor het Belgische recht en een exclusief forumkeuzebeding opgenomen voor de gerechten te Brussel, België.
De in de overeenkomst gemaakte rechtskeuze luidt als volgt: ‘This Agreement shall be governed by the laws of Belgium’. Hier wordt dus een keuze gemaakt voor het recht van een verdragspartij van het Weens Koopverdrag, zonder dit Weens Koopverdrag expliciet uit te sluiten. Aangenomen dat de casus voldoet aan de overige toepassingsvoorwaarden van het Weens Koopverdrag, betekent dit in beginsel dat het verdrag van toepassing is. Het wordt immers algemeen aangenomen dat partijen dit verdrag expliciet moeten uitsluiten en dit is in de Belgische rechtspraak ook een gangbaar uitgangspunt.
Een ander voorbeeld. Een in Nederland gevestigde onderneming verkoopt kaas aan een in België gevestigde onderneming. De ondernemingen denken niet aan het Weens Koopverdrag en spreken hierover dus niets af. Zowel Nederland als België zijn partij bij het Weens Koopverdrag en het betreft een koopovereenkomst over roerende zaken tussen professionele partijen: dit betekent dat het Weens Koopverdrag automatisch van toepassing is. De grensoverschrijdende koopovereenkomst wordt dus niet geregeld door het Nederlandse of Belgische materiële overeenkomstenrecht, maar enkel en alleen door het materiële recht zoals dat vervat ligt in het Weens Koopverdrag.
De betekenis van een rechtskeuze voor een land dat partij is bij het Weens Koopverdrag
Wat veel bedrijven in de praktijk over het hoofd zien is het feit dat indien de casus materieel en formeel onder het Weens Koopverdrag valt en er wordt in de koopovereenkomst een rechtskeuze gemaakt voor het recht van een land dat partij is bij het Weens Koopverdrag, dat dan het materiële recht uit het Weens Koopverdrag van toepassing is. Indien partijen uit bovenstaande voorbeelden dus een rechtskeuze uitbrengen voor het Belgische c.q. Nederlandse recht, dan wordt deze rechtskeuze gezien als een rechtskeuze voor het Weens Koopverdrag. Partijen kunnen dit voorkomen door bij het uitbrengen van de rechtskeuze expliciet duidelijk te maken dat zij willen kiezen voor het materiële Belgische c.q. Nederlandse kooprecht en niet het Weens Koopverdrag.
Vraag juridisch advies aan een expert van het IJI
Via ons slimme kennissysteem en brede internationale netwerk van juridische experts zijn wij in staat om onze cliënten op kostenefficiënte en snelle wijze te ondersteunen met uw vragen over het Weens Koopverdrag. Bel ons via 070 22 108 60 om met ons te sparren. Ook zijn wij bereikbaar via de chatbox, waar u op dezelfde werkdag een reactie van ons kunt verwachten. Adviesaanvragen kunt u bij ons indienen via de website of per e-mail naar info@iji.nl. Binnen een week, uiterlijk twee weken, ontvangt u van ons een goed gemotiveerd en praktisch rapport.
Wat onze cliënten over ons zeggen
Advocaat mr. Tim de Greve, partner bij Stibbe.
Ik schakel het IJI regelmatig in bij zaken waarin IPR-aspecten een rol spelen. Het bestaat al 100 jaar en kan dus bogen op een lange geschiedenis en ervaring. Er zijn vooraanstaande mensen aan verbonden. Niet in de laatste plaats de heer Strikwerda. Ze denken met je mee, begrijpen meteen de vraag waar je mee zit en dragen oplossingsrichtingen aan. Ze hebben de goede connecties in binnen- en buitenland om vragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Los daarvan is het heel prettig samenwerken met de mensen van het IJI.
Advocaat mr. Leushuis, Leushuis Advocaten
Ik heb als advocaat een normale rechtspraktijk en wordt zelden geconfronteerd met internationale aspecten. Om voor internationale dossiers het ipr uit te moeten zoeken is niet te doen. In deze tijd heb je daarvoor echt een ipr deskundige nodig. De kwaliteit van IJI rapporten vind ik echt een 10 waard. Ik ontvang heel gedegen rapporten waar ik heel blij mee ben en de cliënten ook. De snelheid van de dienstverlening is ook heel goed en is telkens eigenlijk nog sneller dan ik had verwacht. Ook fijn was dat het contact met de IJI werknemers heel plezierig is. Ik ben blij dat het instituut bestaat en de advocatuur behulpzaam kan zijn.
Advocaat mr. Ria van Seventer, Meesters aan de Maas Advocaten
Ons advocatenkantoor is gevestigd in Rotterdam, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, en daarom moeten we regelmatig om advies vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut. Ik heb bijvoorbeeld te maken gehad met de erkenning van een kind door een Italiaan, waarop Italiaans recht moet worden toegepast. Ik spreek geen Italiaans dus ik kan dat niet zelf. Ik heb ook geen toegang tot de bronnen en het Internationaal Juridisch Instituut heeft dat wel.
Notaris Bernard Kapma, BK Notarissen
In mijn praktijk komen steeds meer zaken voor met een internationaal aspect. Gelukkig zorgen de Europese Verordeningen voor erfrecht en huwelijksvermogensrecht voor meer duidelijkheid, maar toch zijn er nog veel zaken waar je niet zeker weet hoe het zit, welk recht van toepassing is of dat je een oplossing die in Nederland heel praktisch lijkt, wel goed uitgevoerd kan worden of de beoogde gevolgen heeft in een ander land.
Ik vraag dan vaak advies bij het IJI en wat me opvalt is dat het vaak toch net anders zit dan je zelf vooraf had gedacht. Een schriftelijk advies van een expert in je dossier geeft ook rust en zekerheid. Je kunt dan altijd laten zien dat je niet zomaar zelf wat hebt bedacht, maar als een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar te werk bent gegaan.